Vertrek om 6u30 vanuit Tielt. Over Antwerpen en Breda rijden we, na een facultatieve ontbijtstop, via Gorinchem, Utrecht en De Veluwe-omgeving naar het Hanzestadje Hattem. Het historische centrum met prachtige koopmanshuizen en gelegen vlakbij de IJssel lijkt recht uit een schilderij weggeplukt. Hier bezoeken we het Nederlands Bakkerijmuseum, waar de olijkste bakker van de Lage Landen op de lachspieren werkt terwijl hij historische deegfiguren uit z’n vingers tovert. Aansluitend vrij bezoek aan het leuke museum en lunch in de binnenstad. In de namiddag zetten we onze reis in noordoostelijke richting verder naar Groningen, maar we rijden eerst naar Nieuw Statenzijl, waar we stil worden van verwondering bij de Kiekkaaste. Dat is de enige buitendijkse vogelkijkhut van Nederland, die we na enkele honderden meter stappen over een ponton bereiken. In dit magnifieke natuurgebied, de Dollard genoemd en gelegen pal tegen de grens met Duitsland, komen zoet en zout water samen. Dat zorgt voor een enorme veelzijdigheid aan vogels. Van hieruit rijden we naar ons hotel voor check-in, ons eerste avondmaal en overnachting.

Na het ontbijt is het maar een korte rit naar het centrum van Groningen. In deze universiteitsstad, met bijgevolg een jonge bevolking, wandelen we op het historische Martinikerkhof, langsheen de (scheve en 97m hoge) Martinitoren, de Grote Markt, het prachtige universiteitsgebouw en we neuzen rond in het Forum Groningen, de geliefde ontmoetingsplek van de vele studenten in de stad. Het futuristische gebouw bestaat nog maar een paar jaar en herbergt onder meer een bibliotheek, expositieruimte en filmzalen. Op het dak krijg je een verbluffend zicht over de stad geserveerd. Behalve het dakterras zijn alle verdiepingen via roltrappen toegankelijk. Rond de middag brengt De Meibloem-autocar ons naar Appingedam, het tweede stad(je) van de provincie Groningen, met de kenmerkende ‘hangende keukens’. We lunchen er in het mooie decor van een vroegere kerk en worden nadien, opnieuw wandelend, door een lokale gids ingewijd in het boeiende heden en verleden van het stadje. We sluiten de excursiedag af met een ritje doorheen weidse velden, de vroegere graanschuur van Europa, naar de Groninger Genever Stokerij, waar likeurstoker Freek erg gepassioneerd vertelt over de bewogen geschiedenis van de streek, zijn job en uiteraard laat hij ons degusteren. Onder meer een glaasje ‘fladderak’, een soort kruidige limoncello, mogen we aan onze lippen zetten.

Veel kans dat de namen van bovenvermelde plaatsen je hoegenaamd niks zeggen, maar laat dat je absoluut niet afschrikken. Ezinge is een pracht van een dorpje, gelegen bovenop een wierde of terp. Dat is een verhoging in het landschap, gecreëerd voor bewoning. Eeuwen geleden zat er voor de toenmalige bewoners niks anders op om niet met de voeten in het water te leven. Blikvanger is een 13de eeuwse kerk. Onze volgende stop is Borg Verhildersum. Van deze borgen of landhuizen stonden er ooit meer dan 100, verdeeld over de hele provincie, maar slechts 16 ervan hebben het tot vandaag overleefd. Borg Verhildersum, 32 hectare groot, wijdt ons in in het leven van de adel, de boer en de landarbeider uit de 19de eeuw. Het bijhorende museum showt een interessante collectie oude landbouwwerktuigen. Van hieruit rijden we naar Lauwersoog, helemaal in het noorden van het Nederlandse vasteland, waar we bijna met onze voeten in de Waddenzee terechtkomen. Op een prachtlocatie genieten we lunchend van de lekkernijen die land en zee ons te bieden hebben. Een halfuurtje meer landinwaarts ligt het Zeehondencentrum Pieterburen, waar we alles te weten komen over hoe zieke en verzwakte zeehondjes er verzorgd worden vooraleer ze weer het ruime sop mogen kiezen.

We verlaten Groningen via een heel andere zijde van Nederland: het zuiden van Friesland en Flevoland, de waterrijke en jongste provincie van Nederland die gemiddeld vijf meter onder de zeespiegel ligt. Hier bevinden zich de Oostvaardersplassen, een gebied van 56 hectare tussen Almere en Lelystad dat oorspronkelijk ingekleurd stond als industriezone, maar waar de natuur het pleit won. Tal van vogels en (uitgezette) runderen, paarden en edelherten zijn hier thuis. Geniet hier met onze gids van een korte wandeling en/of van een koffie of aperitief in het prachtige paviljoen van Natuurbelevingcentrum De Oostvaarders, dat als het ware op het water drijft. Voor het vervolg van ons programma blijven we in de buurt van Almere. Eerst wacht ons een verrassende lunch, alweer op een groene locatie, en afsluiten doen we met nog een topexcursie, misschien wel de bijzonderste van de hele reis. We wandelen doorheen Oosterwold, een uniek stukje Nederland, waar iedereen de vrijheid heeft om te bouwen wat en hoe hij zelf wil. Een enorme kakofonie aan bouwstijlen: van een Oostenrijkse berghut tot een vuurtorenwoning, niks is hier te vreemd. Dat we rondgeleid worden door bewoners maakt het plaatje helemaal af. In de late namiddag zetten we de terugreis naar Tielt verder met nog een avondstop kort voor de Belgisch-Nederlandse grens. Thuiskomst rond 21u.