Vertrek om 5u, koffiehalte in Luxemburg en lunch in de Elzas. Vervolgens via Colmar naar Bazel, waar we Zwitserland binnenrijden. Langs Luzern en het mooie Vierwoudstrekenmeer door de Gotthardtunnel tot net voorbij Como voor avondmaal en overnachting.

Via Milaan en Piacenza rijden we dwars door Emilia-Romagna naar Bologna, waar we gaan lunchen. In de namiddag leren we wandelend waarom deze fraaie universiteitsstad niet toevallig de bijnamen ‘la Rossa’ (de rode), ‘la Dotta’ (de geleerde) en ‘la Grassa’ (de vette) kreeg. Het stadsbeeld wordt bepaald door twee scheve torens, Torre Asinelli en Torre Garisenda, respectievelijk 97 en 48 meter hoog. Op de Piazza Maggiore, het mooiste plein van Bologna, vergapen we ons aan de Sint-Petroniusbasiliek (ook binnenbezoek). Met een toeristisch treintje rijden we langsheen de langste gaanderij ter wereld naar het San Luca-heiligdom, dat een schitterend uitzicht op de omgeving biedt. Vervolgens naar Prato voor avondmaal en overnachting.

Vandaag rijden we via de omgeving van Firenze en het zuidelijker gelegen Siena naar een stukje Toscane dat wel weggerukt lijkt uit de mooiste prentenboeken: de Crete Senesi. Dit is een lappendeken van heuvels, pittoreske landhuizen met door cipressen omzoomde oprijlanen en de typische grindwegen die we kennen van de wielerklassieker Strade Bianche. Hier houden we kort halt in Buonconvento. Dit prachtige middeleeuwse dorpje gaat er prat op een van de mooiste plekken van heel Italië te zijn. Van daar zetten we koers naar Montalcino, een stadje dat bekend staat om zijn al even heerlijke als iconische Brunelllo-wijn, die we degusteren tijdens de lunch. Indien er voldoende tijd rest, lassen we een kleine verrassing in alvorens naar ons verblijfshotel in Bolsena te rijden.

Vandaag gaan we op stap in onze verblijfplaats Bolsena. In het historische centrum trekt de basiliek uit de 11de eeuw onze aandacht. Hier en in Orvieto (zie verder) worden de relieken van het ‘Mirakel van Bolsena’ bewaard. Aansluitend vrije tijd om door de pittoreske straten met restaurantjes en souvenirwinkels te struinen en de wekelijkse markt te bezoeken. Vrije lunch. ’s Namiddags bezoek aan Viterbo met z’n pauselijk paleis en de prachtige middeleeuwse wijk San Pellegrino.

In het stadje Caprarola is het impressionante renaissancepaleis Palazzo Farnese een van de vele residenties die de stinkend rijke familie Farnese in de 15de en 16de eeuw in deze regio liet bouwen. Uitgebreid bezoek aan de rijk beschilderde zalen en het uitgestrekte park. Na de lunch in een typische trattoria rijden we naar een verrassend uitzichtpunt op het Vico-meer, waar de hazelnotenteelt nooit veraf is. Van daar gaat het naar Montefiascone, een heuvelstadje met een stevig wijnverhaal en de derde grootste (kerk)koepel van Italië.

Orvieto laat zich op het eerste gezicht niet makkelijk bedwingen, maar vanaf de parking krijgen we de hulp van de ‘funicolare’ of tandradbaan om het grootste en steilste deel te overbruggen naar de trots van deze stad: de duomo met z’n spectaculair versierde façade. Ook een kort binnenbezoek staat op het programma. Daarna tijd voor een vrije lunch, om de stad op eigen houtje verder te ontdekken of samen de 248 treden van de historische Pozzo di San Patrizio (waterput uit de 16de eeuw) af te dalen. Aansluitend naar Bomarzo en z’n ‘Parco dei Miostri’, een grote tuin die vol staat met enorme beelden van monsters en mythologische figuren uit vulkanisch gesteente. Gegarandeerd het bizarste park dat je ooit zag. Op de terugweg houden we nog een korte stop in Vitorchiano, een fotogeniek dorpje boven op een klif.

Civita di Bagnoregio staat op de lijst van meest bedreigde monumenten ter wereld. Het ligt op een plateau van tufsteen dat constant aan het afbrokkelen is. Hoe triest ook het verhaal, het dorpje is absoluut een plaatje. De eerste kilometer naar het uitzichtpunt is behoorlijk vlak en voor iedereen haalbaar, de klim naar het dorpje en terug vergen iets meer adem en beenkracht. ’s Middags vrije lunch in Bolsena, gevolgd door een panoramische boottocht op het Bolsena-meer vanuit Capodimonte, zowat het mooiste stadje aan het meer. We varen rond de twee eilanden in het meer (Bisentina en
Martana).

We rijden via Toscane en Emilia-Romagna terug naar ons etappehotel in de omgeving van Como. Onderweg bezoeken we in Modena een familiale ‘acetaia’, waar we in hun prachtige, 160 jaar oude landhuis worden ingewijd in de geheimen van balsamicoazijn. Tijdens een ‘lichte’ lunch krijgen we nog meer streekspecialiteiten geserveerd.

Via Luzern, Bazel, Mulhouse en Colmar naar Ostheim voor het middagmaal. In de namiddag rijden we België via Luxemburg binnen en zo naar Tielt. Thuiskomst omstreeks 22u30.